Naast muziekstijlen als morna’s en funaná, zijn er in Kaapverdië batucadeiras te vinden. Elk dorpje heeft wel een vrouwengroep (batucadeiras) die met zang en percussie muziek maken. De trommeltjes zijn gemaakt van kranten, stof en plakband. Soms spelen ze samen met een gitarist of accordeonist, of maken ze een cross-over met een andere stijl.
Tijdens mijn reis naar de muziekbeurs Atlantic Music Expo in 2016 in Praia op het eiland Santiago, kwam ik via Ligia Veiga in contact met Flor di Rabenta. Samen met collega Magda Pucci en de kunstenares Misá, die zich inzet voor vrouwen op Kaapverdië, was ik uitgenodigd bij de artistiek leider van Flor di Rabenta thuis.
De meeste vrouwen zijn achtergelaten door hun mannen omdat er in het thuisland niets te doen is. Ze wonen in de diaspora en sturen geld naar huis, maar het kan zijn dat ze elkaar jaren niet meer zien en toch getrouwd blijven. Drie keer zoveel Kaapverdianen wonen en werken buiten Kaapverdië. Zo’n groep als Flor di Rabenta met (alleenstaande getrouwde vrouwen) is exemplarisch. Flor di Rabenta voert voor de opnamen een pure batuqua uit. Magda en ik hebben de zussen Etna en Beata ook geïnterviewd op straat waar ze illegaal hun koopwaar aanbieden.